Het gebouw absorbeert de grillige vorm van het perceel en presenteert aan de parkzijde een rechtlijnig gevelfront met luifel.

In het nukkige plan dat zo ontstaat, wordt de interventieflow geschikt. De voertuighal is dominant aanwezig in het plan maar is slechts het eindpunt van een interventietraject dat start bij de verblijfsruimtes met slaapplaatsen op de eerste verdieping en via logische interne circulatie wordt bereikt.

De inkom, de kleedkamers met douches, de technische ruimtes, algemene de werkplaats en radiokamer, het magazijn, de wasplaats, de werkplaats perslucht, de opslag van kledij,  het compressorlokaal en het duivelslokaal worden precies ingepland zodat de sequens van handelingen die een interventie voorafgaan of volgen op een interventie efficiënt kunnen gebeuren.

Kantoren met vergaderzaal op verdieping, een archiefruimte, de kantine met bar en het leslokaal vervolledigen het plan.

De constructie van de kazerne laat de montage op directe wijze zien. Houten liggers gestut door betonnen kolommen, houten wandafwerkingen en een hoogwaardige akoestiek leveren een aangename en rustige achtergrond voor deze uitvalsbasis in geval van nood.